Bier+Randzaken = A. Le Coq Porter - Estland

 A. Le Coq Porter


Tijd om de Culturele Hoofdstad van Europa te behandelen waarbij ik een brouwerij uit die stad behandel of iets uit de buurt voor het geval dat er geen één voorhanden is. Dit jaar is het Estse Tartu, het Oostenrijkse Bad Ischl en het Noorse Bodø aan de beurt. Maar we beginnen met Tartu de tweede stad van Estland en heeft ongeveer 91 duizend inwoners. Trouwens ze doen het niet alleen want negentien gemeentes in het zuiden van Estland doen er ook aan mee. Voor dit verhaal hou ik het bij Tartu.


De bijnaam van de Tartu is "de intellectuele hoofdstad" en dat komt door de universiteit die werd opgericht in 1632. Let wel het waren en andere tijden met andere heersers. In die tijd hoorde Estland bij Zweden en stond bekend onder de naam Dorpat. De universiteit verhuisde in 1656 naar Tallinn en bleef daar open tot 1665. Na een hiaat van vijfentwintig jaar gind de universiteit weer open in Dorpat, Tartu dus. De Groote Noordse Oorlog brak uit en werd de universiteit verplaats naar Pärnu, waar het doorging van 1699 tot 1710. Inmiddels hadden de Russen het gebied veroverd en besloten de universiteit in Pärnu te sluiten in 1710. De Russische naam voor Tartu is Derpt en tot 1802 toen men de stad ging bevolken met Duitsers die eeuwen in Lijfland leefden. 


Lijfland bestond uit delen van het huidige Letland en Estland waar sinds de middeleeuwen ook Duitsers waren neergestreken. In 1864 besloten de Russen het Duits op de universiteit in te dammen door lessen te geven in het Russisch, trouwens van lessen in het Ests en Lets was van geen sprake. Langzaam ging dat proces en rind 1889 waren de meeste Duitsers maar in Duitsland aan het studeren. Ook Derpt kreeg een nog meer Russische naam eind 19de eeuw namelijk Joerev. Tijdens de Eerste Wereldoorlog veroverde de Duitsers tijdelijk een draaide de naam terug naar Dorpat en nam ook de universiteit in. Na de Eerste Wereldoorlog werd Estland in 1919 onafhankelijk en kreeg de universiteit er ook bij. Dorpat kreeg nu een Estische naam en dat is dus Tartu.


Na de Tweede Wereldoorlog werd Estland onderdeel van de Soviet-Unie maar mocht wel in het Est lesgeven met wat Russisch uiteraard. In 1991 kreeg Estland voor de tweede keer zijn onafhankelijkheid en stopte gelijk met lessen in het Russisch. De universiteit en Tartu zijn flink met elkaar verbonden en met die studenten is het er levendig en jeugdig. De stad heeft een mooi historisch centrum en wat opvalt zijn vele standbeelden. Sommige vallen op, sommige niet gelijk en sommige loopt men straal voorbij. In deze niet al te grote stad kan men makkelijk een lang weekend doorkomen en nu het biergedeelte van het verhaal.


A. Le Coq is opgericht in 1807 in Berlijn en later in Londen vestigde, door een Pruisische familie die afstamde van Hugenoten. Dit waren uit Frankrijk gevluchte protestanten en vandaar de Frans klinkende naam. Maar let op in 1807 hadden ze nog niet een brouwerij want ze waren handelaren in bier en wijn die voornamelijk handelen met Rusland. Het belangrijkste product was ingekochte Russian Imperial Stout van diverse Londense brouwerijen. Dat ging een lange tijd goed tot importbelasting te hoog werd besloten ze een gunstig in Rusland gelegen brouwerij te kopen. Brouwerij Tivoli uit Tartu dat sinds 1863 na de nodige fusie is ontstaan namen ze over in 1912. Rond die tijd had Albert von Le Coq te leiding en daar staat die "A" voor in A. Le Coq. 
Het plan werkten met eigen gebrouwen bier in het Russische rijk en overal werd het bier heen gestuurd. Dit ging even goed en toen brak de Eerste Wereldoorlog uit en mocht er in heel Rusland geen alcohol vervaardigd worden, het volk moest nuchter de strijd aan. De Russen verloren van de Duitsers in 1917 en achtergebleven Russische soldaten plunderden de brouwerij. Tenslotte roofde de Duitsers de rest om te gebruiken in de strijd op het westfront. Na de oorlog ging de brouwerij weer open in een onafhankelijk Estland. Het land werd in tweeën gedeeld voor de bierhandel, A. Le Coq mocht alles doen in het zuiden, brouwerij Saku Òlletehase het noorden. In 1939 waren daar de Russen weer en communistisch geworden die gelijk de brouwerij nationaliseerden.


Oh ja voor ik vergeet was Tartu van 1941 tot 1944 onderdeel van Nazi-Duitsland en die noemde de brouwerij Bierbrauerei Dorpat, zo'n 80% van de bierproductie ging naar het leger. Terug naar die Sovjets en die maakten voor hun begrippen een hoogwaardig bedrijf van en voorbeeld voor de andere staatsbrouwerijen. Behalve bier wist men ook mineraalwater en limonade te verkopen in de Soviet-Unie. In die tijd stonde A. Le Coq bekends als Tartu Õlletehas, wat simpelweg "Brouwerij Tartu" betekent. Na de Estse onafhankelijkheid in 1991 werd de brouwerij 
in 1995 geprivatiseerd en ze namen in 1996 Saare Õlu over. Die brouwerij was te vinden in Kuressaare op het eiland Saaremaa, op de kaart eerder in het verhaal kan je het eiland vinden.  


Bijna geen voormalig staatsbedrijf weet het lang uit te houden en zal spoedig worden overgenomen, zo ook A. Le Coq. De Finse brouwgroep Olvi kocht in 1997 de brouwerij en moderniseerden de boel, wel werd 
Saare Õlu in 1999 gesloten. Het is geen onafhankelijk Estisch bedrijf meer maar wel de grootse drankenproducent van dit Baltische land. Laat is zes bieren van A. Le Coq behandelen en dan blijven er nog genoeg over voor een ander bierverhaal.


Saaremaa Tuulik is het biermerk wat ze van het gesloten Saare Õlu hebben overgehouden. Het eerste gedeelte is het eerder genoemde eiland en het tweede woord betekent "windmolen". Deze molens zijn karakteristiek voor het eiland Saaremaa. Het helder goudkleurige bier is een Lager en heeft een alcoholpercentage van 4,7%. De smaak is zoet met een weinig bitter en heeft tonen van zoete maïs en fruitigheid.

Double Bock 7 en ondanks de naam is het er geen, het eigenlijk een Malt Liquor. De van origine Amerikaanse ondergistende bierstijl waar extra suiker bij het brouwproces wordt toegevoegd. Qua kleur is het ook verkeerd want een Doppelbock moet toch donkerbruin zijn, deze is helder goudkleurig. Het alcoholpercentage is 7% en dat zou wel kunnen met een Doppelbock. De smaak is alcoholisch zoet met een weinig bitter met tonen van zoete appel en suiker.



Tõmmu Hiid betekent zoiets als "reusachtige duisternis" en wat ze er helemaal mee bedoelen begrijp ik niet. Zal wel met de kleur te maken en te koop in halve liter fles, wel bestaat dit bier sinds 1936. Het is een Dark Lager en deze bierstijl is minder bitter dan een Schwarzbier en Dunkel. Het alcoholpercentage is 4,7% en de kleur is helder kastanjebruin. De smaak is zoet bitter met tonen van karamel, licht geroosterd mout en iets van drop.



Alexander Dunkel en dit is één van het andere biermerk van A. Le Coq, zeg maar het b-merk met veel variëteiten in bierstijlen. het merk is Dunkel en ook de oudste ondergistende bierstijl ter wereld in een tijd dat men niet wist wat gist was. Beierse brouwers lieten het gebrouwen bier rijpen in koele grotten en onbekend dat het bier ondergistend werd. Het bier heeft een helder donkerbruine kleur met een alcoholpercentage 4,2%. De smaak is zoet bitter met tonen van karamel en banaan.



Imperial Extra Double Stout en deze aanvankelijk gebrouwen maar sinds 1999 kwam het terug en werd het eerst gebrouwen bij Harvey's Brewery. Maar in 2017 als ik goed heb ook weer in Tartu. Omdat ik de Harvey's versie als titel van een bierverhaal heb gebruikt heb ik voor dit verhaal een ander gekozen. Trouwens de etiketten lijken op elkaar. De Estse versie heeft een alcoholpercentage van 7% en die uit Engeland is 9%, maar de kleur is pikzwart. De smaak is zoet bitter met tonen van chocolade, gedroogd fruit, geroosterd mout en lichtjes wat rokerigheid.



Porter is er ook al een tijdje en dat is niet raar want in het Oostzeegebied is de Baltic Porter ontstaan. Wel is een gewone Porter een bovengistende bierstijl en de Baltic Porter is ondergistend, de alcoholpercentages verschillen van 5% tot 10% en daarboven. De A. Le Coq versie heeft een alcoholpercentage van 6,5% en zoals het hoort bij een Baltic Porter is de kleur helder donkerbruin. De smaak is zoet bitter met tonen van chocolade, geroosterd mout en vanille.


Dat was Culturele Hoofdstad nummer één en het volgende verhaal is dus het Oostenrijkse Bad Ischl. Tenslotte kan men hier klikken voor de link en ook is er een filmpje. 
















Reacties

Populaire posts